"Ik geloof in mensen, in cultuur en in teams." - Ellen Nieuweboer

Ellen Nieuweboer leidt als projectdirecteur bij de gemeente Amsterdam de groei van de stad. de transformatie van gebieden als Sloterdijk en Amstel III. Veel partijen, lange trajecten en steeds wisselende omstandigheden. Ellen vertelt hoe belangrijk de relaties met betrokken partijen zijn in deze processen. En hoe ze steeds weer ruimte weet te bieden aan initiatieven met lef en ambitie.

IMG_0033.JPG

Communicatie en overtuiging

Ik merk dat ik nog altijd kennis van theaterwetenschappen inzet. Zo is communicatie bij projecten altijd heel belangrijk. En media; als je de media goed weet te betrekken kan dat enorm helpen om een gebied op een bepaalde manier neer te zetten. Het is essentieel dat je daar al vroeg een strategie voor bedenkt. Een van de mooiste voorbeelden daarvan is Sloterdijk. Maar ook   bij Zuid-Oost merk je het nu. De Bijlmer bruist en Amstel 3 is hip en happening aan het worden. Daar doen we ook heel veel aan. Ik geloof er heilig in dat als je maar overtuigd bent en blijft vertellen dat een gebied gaaf is, dat het echt het verschil kan maken.
Misschien is het ook wel goed dat ik niet een techneut ben, maar meer iemand die op zijn gevoel vaart in deze rol. Ik doe heel veel op gevoel. En ik weet altijd goeie mensen om me heen te verzamelen, die wél de technische kennis hebben. Ik geloof in mensen, in cultuur en in teams. Hoe je dat organiseert doet er dan verder niet toe. Het gaat om de energie.


ik doe heel veel op gevoel, en weet altijd goeie mensen om me heen te verzamelen.

Ik ben me nooit zo bewust van een verschil tussen mannen en vrouwen in het werk. Er zijn vrouwelijke collega’s die dingen op een heel andere manier aanpakken. Wat ik wel merk is dat je vaak de enige vrouw aan tafel bent. Bij grote onderhandelingen bijvoorbeeld. En bij ontwikkelaars werken veel mannen. Bij de gemeente valt dat mee, maar verder is het best een mannenwereld. Maar ik heb nooit dat ik me daardoor beïnvloed voel. Ik vind het prima om met allemaal mannen in pakken te zitten, daar ben ik niet van onder de indruk.

IMG_6390.jpg

Open en samen

Een diversiteit in cultuur,  in man-vrouw en in leeftijd, dat maakt uiteindelijk de leukste teams. Dat is het allerbeste, want dan krijg je van alles iets mee. Ik vind zelf het menselijke aspect altijd heel belangrijk. Meer dan geld verdienen. Een mooi voorbeeld is van Amstel III. Dat was lastig, want daar had Amsterdam geen grondpositie. Maar we wilden dat ontwikkelaars meer deden dan alleen woningen bouwen. Voor een goed stuk stad zijn ook voorzieningen nodig. Dat moet je samen doen. En hoe gaaf is het niet -ook voor de ontwikkelaars- als hier over tien jaar een stuk stad staat waar je ook echt trots op bent? Niet alleen lekker cashen, maar echt een goed stuk stad maken. En daar onderdeel van kunnen zijn. Dat is ook echt een spel van verleiding. Met veel wederzijds respect en openheid. Waar je met elkaar dat gesprek aangaat. Mijn ervaring is inmiddels dat ontwikkelaars het ook belangrijk vinden om een goed stuk stad te maken en dat ze ook bereid zijn om daar voor concessies te doen. Het is ook niet een verantwoordelijkheid van alleen de gemeente, maar van ons samen.

De houding van marktpartijen is daar de laatste jaren ook wel echt in veranderd. Dat heeft veel te maken met vertrouwen en openheid. Dat klinkt misschien een beetje naïef, maar dat is niet zo. Door je belangen op tafel te leggen krijg je dingen voor elkaar. In onderhandelingen moet je soms heel snel aangeven dat we er zo niet uit gaan komen. Dan kom je tot wat ieder écht bereid is om te doen. Uiteindelijk overlappen je belangen voor een deel, en daar moet je elkaar weten te vinden. Dat vind ik ook het allerleukste aan het werk. Ik heb het gevoel dat we in een maakbare samenleving leven. Goede ideeën kunnen ook echt lukken. Als je je er echt voor inzet is veel meer mogelijk dan je in eerste instantie denkt. Maar je moet er in staan met de overtuiging van ‘dat gaan we gewoon doen’.


We make the city

Wat ik jammer vind is dat de bouwwereld toch vaak gezien wordt als een mannenwereld. Terwijl je het beste resultaat bereikt als er een combinatie aan mensen met verschillende achtergronden aan tafel zit. Waarbij je een echte afspiegeling van de samenleving hebt. En in dit vak is er enorm veel ruimte voor creativiteit. En voor mensen die verder gaan dan alleen dromen, maar ook echt dingen willen creëren. Zo wordt op 23 juni in de Arena een grote happening georganiseerd in het kader van ‘we make the city’. Er gaan dan 500 kinderen de uitdaging aan om met Minecraft het gebied te ontwerpen. Dat vind ik mooi: werken vanuit een visie, maar dan ook echt lekker concreet. En dat je dat dan terug ziet in de stad zelf, écht gaaf!

Van theater naar gebiedsontwikkeling

De kennis voor wat ik nu doe heb ik in de loop der jaren mezelf allemaal geleerd. Veel lezen, cursussen en zelfstudie. Het is wel grappig dat ik nu dus wel werk aan vormgeving van de stad, terwijl ik helemaal niet in die richting een studie heb gedaan.
Mijn vader is architect en ik wilde eigenlijk altijd bouwkunde studeren. Maar ik was op jonge leeftijd altijd bezig met toneel. En toen ben ik op het laatste moment geswitcht naar theaterwetenschappen. Tot groot verdriet van mijn vader, haha. Uiteindelijk kon je specialiseren in mediakunde en ben ik rechten gaan studeren omdat ik verder wilde in het mediarecht en auteursrecht. Eigenlijk niet met het idee om het ook echt af te maken, maar ik vond dat gewoon heel interessant. En de studie Rechten komt ook nog altijd van pas. Daardoor ben je je altijd bewust van wat je positie is en wat de mogelijkheden van de andere partijen zijn.

Na mijn studie kwam ik via wat omwegen al snel terecht bij de Gemeente Amsterdam- als verhuizer van het erfpachtarchief. Dat was eigenlijk best een puinhoop. Ik heb toen voorgesteld om op te ruimen, en zo kon ik aan de slag. Kort daarop kwam er een functie vrij voor afdelingshoofd. Een adjunct-directeur kwam naar me toe; dat is echt iets voor jou Ellen. Ik was uitzendkracht en had daar natuurlijk nooit aan gedacht, maar goed, ik solliciteren. En een assessment doen. Daaruit bleek dat ik leiderschapskwaliteit had, en zo was ik ineens afdelingshoofd. Bij het Grondbedrijf, zo heette het toen nog. Een gek verhaal, maar ben ik er ingerold.


‘Nee’ bestaat niet

Het leuke aan mijn werk is dat je zo veel voor elkaar kan krijgen. “Nee” bestaat eigenlijk niet. Kijk, ook de gemeente doet wel eens moeilijk. Maar dat is met een doel. En je moet ook denken vanuit opties: wat is er dan wel mogelijk? Dat moet je met elkaar, in gesprekken en ontwerpsessies, onderzoeken.
Je moet voortdurend nadenken over dingen die een gebied uniek maken en karakter kunnen geven. Zoals we bij Sloterdijk hebben ingezet op groen, kleur en functiemenging. Er was veel mogelijk tijdens de crisis, we maakten zoveel mogelijk ruimte voor nieuwe initiatieven. Dat was gewoon nodig in dat gebied. A little love.


Er is ook zo veel veranderd. Ik weet nog dat ik daar begon. Zeven jaar geleden was dat. Toen stond er in de krantenkoppen dat je er nog niet dood gevonden wilde worden. En het is zo snel gegaan. Want opeens was de berichtgeving bij de Provada dat Sloterdijk het grootste geheim van Amsterdam was. In vijf jaar is dat gebeurd. Het is zó gaaf als dat lukt. En dat is ook mede te danken aan het team dat er aan werkt. Want er gaat een heleboel inspiratie, liefde en aandacht in zitten. Dat is echt zo.

De andere kant

Soms denk ik wel eens: moet ik niet de overstap nog een keer maken. Naar de marktkant. Een ontwikkelaar. Aan de andere kant is mijn werk nu zo leuk. Om aan Zuid-Oost te werken is natuurlijk fantastisch. Elke keer is het weer heel anders en spannend. En is er een nieuwe complexiteit. Neem ook het Arena-gebied. Hoe maak je daar een gebied van waar je niet alleen overstapt, of komt voor een voetbalwedstrijd, maar waar je ook langere tijd wilt verblijven. Dat is een enorme uitdaging. En dat maakt het werk gewoon verslavend leuk.


..hoe gaaf is het niet -ook voor de ontwikkelaars- als hier over tien jaar een stuk stad staat waar je ook echt trots op bent?

Sociale opgave

Wat het nu ook mooi maakt om te werken aan de Bijlmer is dat dit -anders dan Amstel III en Sloterdijk- een gebied is waar al mensen wonen. Dat geeft het meteen een sterke sociale component. Het is niet onze taak om deze programma’s op te zetten. Maar wel om de uitwisseling mogelijk te maken en te zoeken naar inrichting en ruimtelijk ontwerp dat inspeelt op de problematiek. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat in de ontwikkeling ook zogenaamde groeiruimtes komen? Dat zijn ruimtes waar mensen die een bedrijf starten dat vervolgens doorgroeit een plek kunnen vinden. Dat stimuleert ondernemerschap en financiële onafhankelijkheid, wat preventief kan werken voor een heleboel sociale problemen kan voorkomen. Zoiets ligt dan op het snijvlak tussen ruimtelijke ontwikkeling en sociaal beleid en is super interessant.